Zo eet een Olympische topsporter met kerst

We gaan weer richting de kerstdagen en dat is natuurlijk een maand van lekker eten en veel hapjes. Ik krijg vaak de vraag of ik als sporter moet letten op wat ik eet. Die vraag krijg ik niet alleen tijdens de feestdagen, maar ook daarbuiten. Het leek me dus goed om daar eens een blog over te schrijven. In het kort is het antwoord: ja. Ik let als sporter uiteraard op wat ik eet, maar ik heb niet een speciaal dieet. In deze blog leg ik uit hoe een Olympische topsporter eet met kerst.

Hoe zit het dan precies? Ik houd mijn gewicht in de gaten, omdat je bij het sleeën niet boven het maximum gewicht mag komen. Voor mij, samen met mijn slee, is dat 102 kilo. Ik moet daarom altijd weten hoeveel ik zelf weeg én hoeveel de slee weegt. Daarom houd ik zeker mijn gewicht in de gaten en heb ik ook altijd mijn weegschaal bij me als ik op reis ben. Het is fijn om te weten dat je goed zit en dat je niet na je eerste run beneden komt, super hard ging en dan honderd gram te zwaar bleek te zijn. Dan word je namelijk ‘gewoon’ gediskwalificeerd.

Als wintersporter is het altijd een gekke uitdaging. Waar veel sporters altijd spreken van dingen die je niet mag eten en de hoeveelheden die ze mogen eten, zit je als wintersporter in koude omstandigheden en vaak op hoogte. Ik verbrand daardoor als wintersporter veel meer calorieën dan wanneer ik in Nederland ben. Eigenlijk eet ik als ik weg ben ook veel meer dan wanneer ik in Nederland ben, omdat ik anders te licht zou worden.

Waar ik dus vooral op let is dat ik genoeg, maar ook regelmatig eet. Dat begint met een goed ontbijt, vaak iets van muesli of havermout met kwark en wat vruchten, of een keer een gebakken ei met brood. Het is altijd een redelijk stevig ontbijt. Dat vind ik zelf ook wel prettig. Als ik niet goed ontbijt, kan ik niet goed functioneren. Dat gaat eigenlijk met alle maaltijden zo. Ik lunch goed, neem goed avondeten en neem altijd voor het slapen gaan nog een snack, om te zorgen dat ik voldoende binnenkrijg.

Wat met name belangrijk is, is dat ik een goede verhouding heb tussen wat ik aan eiwitten, koolhydraten en vetten binnenkrijg, zodat ik ook de dag erna goed kan functioneren. Dat is altijd wel een beetje lastig, zeker in de bergen, omdat je daar wel meer verbrand. Daarom houd ik dus mijn gewicht in de gaten, maar de hoofdzaak is wel goed en regelmatig eten.

Zijn er dingen die ik helemaal niet eet? Zeker wel, maar dat is omdat ik ze gewoon niet lekker vind. Ik eet bijvoorbeeld geen sardientjes of blauwe kaas. Ik moet zeggen dat ik wel eens een stuk chocolade eet. Van snoep en ijs ben ik sowieso niet zo, daardoor zit dat niet veel in mijn dieet. Af en toe een patatje eet ik ook wel, maar ik moet niet in m’n eentje de familiezak leeg eten uiteraard. Als er maar regelmaat in zit en de porties goed zijn, kun je in mijn sport in ieder geval eten wat je wilt.

Deze feestdagen zal ik ook gewoon mee-eten met het kerstdiner en lekker aansluiten bij de familie. Ik zal misschien niet in dezelfde verhouding eten als anderen dat doen. Dan zijn het dus toch iets meer de normale gerechten en iets minder de kerstkransjes, chocolaatjes en glühwein. Maar ik doe ook gezellig mee, dat is echt geen probleem.

Lees hier meer over Kimberley Bos.