Advies nodig?
Tips & Tricks Geschreven door Lonneke Uneken, professioneel wielrenster bij Team Boels Dolmans

Hetzelfde maar toch anders

Hetzelfde maar toch anders

Normaal gesproken zijn de maanden maart en april de drukste maanden van het wielerseizoen, en voor mij ook de periode waar ik altijd het meest naar uitkijk. Na een lange winter vol trainingskampen ben ik blij wanneer ik weer los kan in mijn favoriete koersen; de klassiekers. Dit jaar was het echter erg rustig in deze maanden. Het voorjaar bestond dit keer uit trainen, trainen, en nog eens trainen. Inmiddels is de koersloze periode voorbij, en zijn de eerste wedstrijden weer verreden. Het is hetzelfde maar toch anders. Ergens voelt het weer oud en vertrouwd, maar er zijn ook zeker dingen veranderd.

We houden dagelijks bij of we gezondheidsklachten hebben, en desinfectie gel hebben we standaard bij de hand.

Alles weer voor de eerste keer

Alles voelt weer alsof het de eerste keer is. De eerste keer met het vliegtuig, de eerste keer het parcours verkennen, de eerste keer weer je rugnummers opspelden. De eerste koersen die op de kalender staan voor ons zijn drie klimkoersen in het Baskenland. Volgens het corona-protocol die opgesteld is voor wielerwedstrijden, laat iedereen van de ploeg zich 6 en 3 dagen voor de eerste koers testen op het coronavirus. Alle testen zijn negatief en we kunnen op dinsdag richting Bilbao vliegen. In Spanje zijn mondkapjes overal verplicht, en in het hotel zitten we zoveel mogelijk afgezonderd in onze ‘ploegbubbel’. We houden dagelijks bij of we gezondheidsklachten hebben, en desinfectie gel hebben we standaard bij de hand.

Testen en koersen

Op donderdag staat de eerste koers op het programma, hoewel het zelfs die ochtend nog niet zeker was of we van start zouden gaan. Er bestond onduidelijkheid over of alle rensters die mee zouden doen, wel getest waren. Hoe graag we ook wilden koersen, we waren het er binnen de ploeg ook over eens dat wanneer dit niet op een veilige manier kan, we niet van start zouden gaan. Uiteindelijk kregen we later die ochtend bevestiging van de koersorganisatie dat alleen ploegen die de negatieve PCR-testen konden aanleveren, rugnummers zouden krijgen. Een uurtje voor de koers vertrokken we richting de start. Waar we, net als het publiek dat op de koers was afgekomen, mondkapjes droegen tijdens de ploegenpresentatie. De toeschouwers en iedereen die betrokken is bij de wedstrijd werden goed van elkaar gescheiden, handtekeningen uitdelen of op de foto gaan met fans was er niet bij dit keer.

Corona speelt geen rol tijdens het koersen

Om 16:00 uur klonk het startschot. De mondkapjes konden af voor een koers over 118km, met vier lange beklimmingen en een temperatuur van zo’n 34 graden. Middenin alle gekte, voelde het weer eens normaal. Binnen de koers speelt corona geen rol. Je koerst weer dicht op elkaar in een groot peloton, bent weer gefocust op de tactieken in de wedstrijden, haalt bidonnetjes bij de auto en je ziet af alsof je nooit anders hebt gedaan. Na de koers kun je weer balen of teleurgesteld zijn om de kleine dingen die niet goed gingen, hoe relatief dat ook is. Het is dan toch weer hetzelfde als voorheen. Maar relativeren is killing in topsport, na één koers staat iedereen weer op scherp. Klaar om door te pakken richting de volgende koersen.

Nu de eerste wedstrijden er weer op zitten, smaakt dat natuurlijk naar meer. Hoe langer de koersloze periode duurde, hoe meer ik de koersen begon te missen. Ik hoop natuurlijk dat het virus zich rustig houdt, en we dit seizoen nog veel mogen koersen. Met natuurlijk als hoogtepunt de klassiekermaand in oktober!